Rottemeren

De Rottemeren zijn geen meren zoals we die gewend zijn, ze lijken er alleen op. Het zijn twee brede gedeelten van het riviertje De Rotte. In die rivier werd in de 13e eeuw een dam gelegd. Rondom die dam in de Rotte ontstond een agglomeratie die nu onze trotse wereldhavenstad is. De meren hebben een veel natuurlijker karakter dan de Rotterdamse stadsplassen.

Kenmerken

type vaartocht : varen op een rivier die zich verbreedt tot een soort van plassengebied
karakteristieken : volstrekt landelijk, er ligt geen dorp of stad echt ‘aan’ de Rottemeren
aanvaarroute : via de Rotte of - leuk maar lastig ! - via de Ringvaart voor de Zuidplaspolder
diepgang : Rotte 1m50, Ringvaart 0m90
laagste vaste brug : Rotte zowel als Ringvaart : 2m40
beperkingen : Rotte : wachttijd Irenebrug max 1u ; Ringvaart : 2x daags in konvooi
andere kenmerken : de meren zijn volop in gebruik als zwemwater

De Rottemeren liggen ten noorden van Rotterdam tussen de plaatsen Zevenhuizen en Bleiswijk. Toen de omliggende polders werden drooggelegd ging de Rotte daarvoor als ringvaart en boezemwater fungeren. Daarbij ontstonden de brede stukken in deze rivier die we nu meren noemen. Zoals altijd ligt een ringvaart flink hoger dan de omringde polder. Maar door het inklinken en vervenen van die polders is het hoogteverschil met de Rotte en de Rottemeren groter dan normaal geworden.

Molens

Je kunt hier op twee manieren komen. Vanaf het Rijn-Schiekanaal en de Delfshavense Schie kom je er via de Rotte. Voor iets avontuurlijker ingestelde schippers is de route vanaf de Hollandse IJssel via de Ringvaart van de Zuidplaspolder een alternatief.

De route vanaf de Rotte voert langs een paar prachtige molens. De eerste is de Prinsenmolen, gelegen aan het naar deze molen genoemde Prinsenmolenpad. Dat pad ligt tussen de Bergse Plassen en de Rotte in. De molen dankt zijn naam aan stadhouder Willem IV die vaak in deze omgeving vertoefde. Een paar honderd meter verder vinden we korenmolen De Vier Winden, een stellingtype uit 1776. Deze molen draait nog wel vaak maar het koppel maalstenen ervan is niet meer in gebruik. Beide molens worden door hun eigenaren - het Hoogheemraadschap resp. de Gemeente Rotterdam - in goede conditie gehouden en zijn een genoegen om te zien.

Rotte

Vanaf de iets verderop gelegen Irenebrug meandert de Rotte langs het Lage en Hoge Bergse Bos. Het hele gebied is in de zomer razend populair bij fietsend Zuid-Holland. Dat betekent dat niet alleen het vaarwater maar ook de beide Rottekaden op mooie dagen ronduit druk zijn. Er zijn een paar fietsbruggen waar de verkeersstromen elkaar kruisen. Niet zelden verwonderen beide stromen zich over de drukte bij de ander. In het Bergse bos bevindt zich een ski- en skatecentrum. Het is een outdoor baan van 200 meter. Mocht de skitechniek bij de wintersport wat sleetsheid beginnen te vertonen : de baan is de hele zomer open.

Rottemeren

Na zo'n 15km varen vanaf de stad komt de Pekhuisbrug in zicht. Die is opgebouwd uit twee vaste bruggen met in het midden een dubbele ophaalbrug. De brug vormt de toegang tot de eerste van de twee verbredingen van de Rotte. Omdat er geen enkel dorp aan de plassen ligt, zit je midden in een landelijke en vooral heel natuurlijke omgeving. Daarmee is dit gebied min of meer het tegenovergestelde van de Kralingse plas en de Bergse Plassen. De Rottemeren zijn dan ook het beste te typeren als een weids waterlandschap midden in de polder. Aan het eind van de eerste verbreding ligt de sluis Zevenhuizerverlaat die toegang geeft tot de weinig gebruikte vaarweg naar de Hollandsche IJssel. Soms wordt deze sluis aangeduid als Eendrachtsluis, maar de wateralmanak kent 'm niet als zodanig.

Faciliteiten

Direct na de Pekhuisbrug is er aan bakboordzijde een boothelling voor het te water laten van trailerbare boten. Aan stuurboordzijde ligt naast de plas de Willem-Alexander roeibaan. Leuk detail is dat de opening van de roeibaan één van de allerlaatste acties was van Koning Willem-Alexander als prins. De roeibaan voldoet aan de hoogste eisen voor internationale roeiwedstrijden. De baan is aangelegd met een vooruitziende blik en omvat zelfs alle faciliteiten voor eventuele Olympische Spelen. Door het ontbreken van een plaats of woonkern, beklijven de plassen eerder als natuurgebied dan als watersportgebied. Ook de aanwezigheid van een drietal bescheiden jachthavens maakt dat niet anders. Hetzelfde geldt voor de verhuur van boten en de zeilschool. Het aanbod van horeca is eveneens beperkt en merendeels alleen in het hoogseizoen open. Door de afstand tot de stad is het op het water meestal rustig. Alleen op mooie warme dagen kan het gezellig druk zijn.

Aan de ‘toertochten per motorboot’ van deze website voegen we elke maand een toertocht toe die is ontleend aan het boek ‘Hollands water’. Wellicht doen wij je er een plezier mee op dit boek (300 pagina’s puur vaarplezier) te wijzen als een geslaagd cadeau.

Je kunt het hier bestellen