Rondom Katwijk
In Katwijk is midden in het dorp een dagsteiger gecreëerd waar je mag liggen tussen 08.00 uur en 23.00 uur. Katwijk is met jaarlijks een kleine 15.000 bootovernachtingen sowieso al een populaire bestemming voor motorbootvaarders. We nemen Katwijks 'sloepensteiger' op in een rondje.
Kenmerken
- type vaartocht : rondje met lunch op het Katwijkse strand
- kenmerken : stedelijk (Leiden, Oude Rijn, Haarlemmer Trekvaart) en natuur (Maandagse en Dinsdagse watering)
- laagste vaste brug : 2m10
- diepgang : 1m50
- overige beperkingen : veel lage bruggen op het Leidse grachtenstelsel
Hoewel Katwijk ooit de grootste haringvloot van Nederland had, heeft het dorp nooit een eigen zeehaven gehad.
De tekst hiernaast omvat highlights uit het gelijknamige hoofdstuk van het boek 'Hollands water'. Zin in het hele verhaal en nog 44 andere hoofdstukken over vaargebieden en steden ? Ga naar de site of bekijk eerst het inkijkexemplaar!
© Pim van der Marel 2022
Monding
Bij de monding van de Oude Rijn ligt Katwijk aan Zee. In de 12e eeuw was de Rijnmonding verzand en liep de afwatering van Holland via het IJ en het Spaarne. Hoewel er eeuwenlang behoefte was aan een afwatering in Katwijk, is men pas laat begonnen met het graven van een definitief uitwateringskanaal door de duinen. Het was in 1807 klaar en is in gebruik gesteld in aanwezigheid van Koning Lodewijk Napoleon.
Bij de monding van het uitwateringskanaal zijn een buitensluis en een binnensluis aangelegd. Bij de binnensluis ligt het gemaal Rijnlands Uitwatering, waarmee overtollig water kan worden geloosd in zee. Dat heet 'spuien' en veroorzaakt een flinke stroming. Doordat het gemaal dat blokkeert, kun je hier niet naar zee. Sterker nog, hoewel Katwijk ooit de grootste haringvloot van Nederland had, heeft het dorp nooit een eigen zeehaven gehad. De Katwijkse vissersvloot – gemarkeerd met KW – heeft na de Tweede Wereldoorlog altijd in IJmuiden gelegen. De gestage krimp van de Katwijkse visserij door onder meer de visquota heeft een zeehaven voor de visserij nadien overbodig gemaakt. Plannen voor een zee-jachthaven zijn er wel geweest maar hebben het tot op heden niet gehaald. Je hoeft je dus geen zorgen te maken dat je vanaf de Rijn zo de zee op zult spoelen !
Rijn
We vertrekken vandaag vanuit Leiden. In deze stad vertakt de (Oude) Rijn zich in de Oude Rijn en de Nieuwe Rijn, die verderop weer samenkomen. Op de driesprong met het Korte Vlietkanaal voegt het vaarverkeer vanaf het Rijn-Schiekanaal zich bij ons. Het is een drukte van belang en door de Stevensbrug komt ons een hele rij boten tegemoet. We varen door en koersen direct daarna af op de Haagse Schouwbrug. Door de sierlijke bovenbouw wordt de brug in de volksmond de Zwanenbrug genoemd. Met weemoed mijmeren we even over de tijd dat er nog geld beschikbaar was voor dit soort frivole ontwerpen. De bebouwing langs de rivier heeft luxe trekken, maar lang niet in die mate zoals je dat langs de Vecht of de Vliet vindt. De Rijn voert op enig moment langs de rand van het dorp Katwijk-binnen dat een gezellige indruk maakt. Het dorp heeft een prachtige geschiedenis. Aan het absolute eind van de noordgrens van het Romeinse Rijk – de Limes – lag een plaats die versterkt werd. In de tijd van Claudius (1e eeuw n.Chr.) werd daar de legerplaats Lugdunum Batavorum gebouwd. De agglomeratie daaromheen werd uiteindelijk het Katwijk van nu. Volgens de overlevering zou ook Caligula er geweest zijn.
Katwijk aan Zee
Midden in Katwijk aan Zee heeft men geprobeerd in een ultramoderne omgeving een gezellige haven te creëren met bloembakken en gebruik van aantrekkelijke materialen. We leggen aan en gaan te voet naar het strand. Dat blijkt in zo'n 5 minuten te kunnen en dat is zelfs op een snikhete dag nog wel te doen. We zoeken een strandtent op waar we in de schaduw kunnen zitten. Als we ons gelaafd en verkwikt terug begeven ligt de dagsteiger inmiddels vol. We gooien los en maken ons op voor de terugtocht naar Leiden. Dat gaan we doen via de Noordwijkervaart, de Dinsdagse Watering en de Haarlemmer Trekvaart. We varen onder de brug door het Uitwateringskanaal weer op en gaan op zoek naar het begin van het Oegstgeesterkanaal.
Weekdagse Watering
Op dat Oegstgeesterkanaal kun je vrijwel meteen bakboord uit de Noordwijkervaart op. Die heet ook wel de Maandagse Watering. Omdat er ook een Dinsdagse en een Woensdagse Watering is, grinniken we een beetje om de creativiteit van de naamgever. De Maandagse Watering voert naar Noordwijk maar blijft oostelijk van het dorp. Nadat we een vaste brug hebben gepasseerd gaat deze Maandagse Watering over in de Dinsdagse Watering. Die is weliswaar kort maar vooral opvallend mooi. Eerst recht voor ons en later aan stuurboord hebben we een prachtige molen. Aan bakboord hebben we een klein golfterrein dat de bijnaam 'baantje van Beuk' heeft. Het laatste slaat op de naam van het bedrijf ernaast. Het uitzicht op beide kan ons wel bekoren.
Via de Haarlemmer Trekvaart varen we terug naar het Leidse grachtenstelsel en gaan stuurboord uit de Morssingel op. Watergangen rond een binnenstad die een overblijfsel zijn van vroegere verdedigingsgrachten heten singels. Leiden is ook een stad met van die singels. De Morssingel brengt je verderop langs de 17e-eeuwse Morschpoort, één van de twee overgebleven stadspoorten uit die tijd. Meteen daarna varen we het Galgewater op bij de Rembrandtbrug. En daarmee zijn we op het punt waar we vanmorgen zijn vertrokken.