Bergse Plassen

Bergse Plassen

De Bergse Plassen vormen samen met de Kralingse Plas de stadsplassen van Rotterdam. Ze liggen aan de Noordkant van de stad tegen de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek aan. Ze zijn niet gemakkelijk toegankelijk en daardoor bij passanten maar weinig bekend.

 

Kenmerken 
  • type vaartocht : dagtocht naar twee heel verschillende plassen, pal naast elkaar
  • kenmerken : stadsplassen, de Voorplas weids en de Achterplas bezaaid met eilandjes
  • vaste brug in verbindingskanaal >2m
  • diepgang : Berg en Broekse Verlaat 0m90
  • overige beperkingen : maximumsnelheid 6 km/u, aanleggen/ankeren in rietkragen verboden

 

'De ligging van de eilanden in de Achterplas noodzaakt hier en daar tot het nemen van smalle doorgangen.’
Rotte

Varend kun je maar op één manier op de Bergse Plassen komen en dat is vanaf de Rotte. De Rotte is via de Parksluizen of vanuit Den Haag eenvoudig te bereiken. Vanaf de Delfshavense Schie vaar je bij de bajes (formeel de penitentiaire inrichting De Schie) het Schie-Schiekanaal op.  Verderop gaat dit kanaal over in het Noorderkanaal. Je vaart op dit traject onder het razend drukke Kleinpolderplein door. Erg gezond zal deze vaarweg dan ook vast niet zijn. Ter hoogte van het Schieplein schut je door de Bergsluis. Een royale kilometer verder ga je dan bakboord uit de Rotte op.

Je kunt ook nog van de andere kant komen. Dan kom je van de Hollandsche IJssel via de Ringvaart van de Zuidplaspolder en de Hennipsloot door de sluis Zevenhuizerverlaat. Je komt dan midden op de Rottemeren uit en vaart de Rotte af in de richting van de stad.

Om dan nog vervolgens van de Rotte naar de Bergse Plassen te komen laat je je schutten door de Berg- en Broekse Verlaat. Deze sluis heeft een lengte van 17m en een breedte van 3m. Het verval in het sluisje is met bijna 2m flink de moeite. Omdat al het verkeer naar en van de Bergse Plassen zich door deze sluis moet persen, kan het wachten op schutten een tijdrovende happening zijn.  Je doet er daarom verstandig aan de sluispassage ten opzichte van het lokale vaarverkeer 'anticyclisch' te plannen.

Aan de ‘toertochten per motorboot’ van deze website voegen we elke maand een toertocht toe die is ontleend aan het boek ‘Hollands water’. Wellicht doen wij je er een plezier mee op dit boek (300 pagina’s puur vaarplezier) te wijzen als een geslaagd cadeau.

Je kunt het hier bestellen. 

© Pim van der Marel 2023


Hilligersberg

Hillegersberg was al vroeg bewoond. Dat kwam door een natuurlijk ontstane zandheuvel – een zogenoemde donk - waarop je bij wateroverlast droge voeten kon houden. Volgens de overlevering bouwden de Romeinen daarop rond het jaar 0 al een wachttoren. Er heeft ook een kasteel gestaan, het Huys ten Berghe, dat vermoedelijk rond het jaar 1250 is gebouwd. Leuk detail is natuurlijk dat de naburige wereldstad zijn oorsprong pas later vond : rond 1350 bij - dat zal niet verbazen - een dam in de Rotte. De ruïne van de donjon van Hillegersberg is nog altijd zichtbaar bij de Hillegondakerk.  Beide zijn gebouwd op de oorspronkelijke donk : het kerkje in de 16e eeuw op fundamenten van een eerdere versie.  De Bergse Plassen liggen aan weerszijden van de Straatweg die Hillegersberg al sinds de Middeleeuwen met Rotterdam verbindt. De plas tussen de Straatweg en de Rotte is de Voorplas, de plas ten Noorden van de Straatweg is de Achterplas. Ze zijn met elkaar verbonden door een kort kanaaltje.

 

Voorplas

Als je het geduld hebt kunnen opbrengen - of goed anticyclisch hebt gepland - kom je het vaargebied binnen op de Voorplas. Ten opzichte van het sluisje (in het meest zuidelijke punt) ligt de kern van Hillegersberg precies aan de aan de tegenoverliggende kant. De Voorplas is enigszins langgerekt en kenmerkt zicht door luxe bebouwing aan de zijde van de Straatweg. Dat is niet verwonderlijk, want Kralingen en Hillegersberg belichamen traditioneel de elitewijken van Rotterdam. Hoewel Kralingen een chiquer stadsdeel is dan Hillegersberg, geldt voor de plassen het omgekeerde. We besluiten de Voorplas langs de bakboordwal rond te varen. We genieten van schitterende huizen met prachtige tuinen, sommige met fraai traditioneel ogende prieeltjes. Zelfs een appartementencomplex blijkt hier nog een danig luxe uitstraling te kunnen hebben. De welvaart spat je ook achterin de tuinen tegemoet in de vorm van luxe tuinhuizen, botenhuizen, steigers en boten. In een niet al te toegankelijk gebied verwacht je vooral open boten en dat is ook zo : sloepen, tenders en vletten te over. Bootbezitters op de Bergse Plassen hebben veelal niet Rotterdam maar Hillegersberg als plaats van herkomst op de boot staan. In Kralingen zie je dat eigenlijk nooit.

 

Achterplas

We zoeken in de zuidwestelijke hoek van de Voorplas het korte verbindingskanaal op. Om op de Achterplas te komen moeten we onder een vaste brug in de Straatweg door. Die blijkt ruim 2m hoog zodat we zelfs niet behoeven te bukken. We zijn nog niet onder deze brug door of we constateren dat we hier met een heel ander soort plas te maken hebben. Weliswaar heb je ook hier aan de randen van de plas veel luxe bebouwing, maar er is een opvallend verschil. Er liggen in deze plas een groot aantal eilanden. Daardoor lijkt deze plas veel meer op een voormalige veenplas dan de Voorplas. Bovendien zijn al die eilanden bebouwd met vakantie-optrekjes. Dat zijn de overblijfselen van wat vroeger kleine zomerhuisjes waren. Er zijn zo'n 200 van deze 'plashuisjes'. De ligging van de eilanden noodzaakt hier en daar tot het nemen van smalle doorgangen. Dat maakt het een ronduit knusse plas om te varen. Hier gaan we het wel een tijdje uithouden !

De partners van het Watersportverbond