Alblasserwaard
Om in de Alblasserwaard te komen moet je wat moeite doen. Er is maar één toegangsvaarweg en die maakt de toegang niet echt gemakkelijk. Om die reden zie je betrekkelijk weinig boten van buiten het eigen gebied. En je wordt dan als passant al snel een interessant object van aandacht. Schaatsers kennen het gebied natuurlijk van de molentochten. Met een boot wil je weten of het zonder 'koek en zopie'- kramen ook een aantrekkelijk gebied is.
Kenmerken
- type vaartocht : één en al polder met als beloning de molens van Kinderdijk
- kenmerken : weilanden, boerderijen en alleen langs de Binnen-Giessen luxe bebouwing
- geen noemenswaardige beperkingen in doorvaarthoogte en diepgang
- uniek : je vaart in Kinderdijk door werelderfgoed
'Je kunt niet om de Damsluis heen en die schut maar driemaal per dag.’
Aanvaarroute
Je komt de Alblasserwaard binnen door de Peulensluis in Hardinxveld-Giessendam. Die schut je van de Beneden-Merwede naar de Buiten-Giessen. De sluis heeft eb- en vloeddeuren omdat het water aan beide zijden het hoogst kan staan. Van de Buiten-Giessen kun je door naar de Binnen-Giessen. Daarvoor moet je door de Damsluis. Dit is een kleine en buitengewoon knusse sluis midden in het dorp Hardinxveld-Giessendam. Het verval is de moeite waard : 1m75. De sluisbemanning is uitermate vriendelijk en behulpzaam. Nadeel van de sluis is dat deze ook in het hoogseizoen maar 3 keer per dag schut (en op zondag maar 2 keer per dag). De beperkte schuttingen maken de toegang tot dit gebied wat lastig en verklaren waarom de haven van WSV De Snap tussen de beide sluizen ligt. Daardoor hebben de leden in ieder geval doorlopend toegang tot de Beneden-Merwede.
Aan de ‘toertochten per motorboot’ van deze website voegen we elke maand een toertocht toe die is ontleend aan het boek ‘Hollands water’. Wellicht doen wij je er een plezier mee op dit boek (300 pagina’s puur vaarplezier) te wijzen als een geslaagd cadeau.
Je kunt het hier bestellen.
© Pim van der Marel 2023
Historie
Het land tussen Lek en Merwede wordt sinds de 14e eeuw geheel door waterlopen omringd. De daardoor ontstane 'waard' ontleent haar naam kort daarna aan het riviertje de Alblas. Het gebied was toen al ontgonnen als uitgestrekt veenweidegebied. Leuk is dat je bij het buurtschap Den Donk nog kunt zien dat het op een zandduin (donk) ligt. Die duinen zijn opgeworpen door de wind na de laatste ijstijd. Met het oog op de waterhuishouding was zo'n donk natuurlijk een prima vestigingsplek. De gehele Alblasserwaard ligt namelijk beneden zeeniveau. De twee parallelle vaarten waarlangs de meeste molens in Kinderdijk staan zijn dan ook al in de 14e eeuw gegraven. Dit om - toen al - afwatering in de Lek mogelijk te maken.
In het gebied liggen twee steden met een rijke historie : Nieuwpoort en Gorinchem. De laatste ligt deels in de Tielerwaard. De stad duikt in een document uit 1224 voor het eerst op. De nog intacte stadswallen om de vestingstad dateren van even na 1600. Maar al in 1572 was de stad ingenomen door de watergeuzen. Die gedroegen zich overigens allesbehalve netjes en vermoordden een stel priesters. Nieuwpoort is nog ouder. De stad kreeg al in 1283 stadsrechten en ging in de 17e eeuw deel uitmaken van de Oude Hollandse Waterlinie. Ook hier zijn vestingwerken te zien. Ze zijn in diezelfde tijd aangelegd volgens het destijds verbeterde Oud-Nederlandse vestingstelsel. Met 50 Rijksmonumenten is het stadje de moeite van een bezoek meer dan waard. Daar moet je wel even voor op de fiets, want je kunt er niet varend komen.
Varen
Bij het schutten door de Damsluis is van belang dat je weet dat de sluis conisch is. Ze wordt smaller naarmate je zakt. In een volle sluis wordt het dus steeds spannender, want je zakt bijna 2m. En met een lengte van 18m is de sluis al gauw vol. Gelukkig bereidt de sluisbemanning je erop voor.
Na de sluis komt je op de Binnen-Giesen. In de buitenwijken van Hardinxveld-Giessendam begint die al een 'Vecht-achtige' indruk te wekken. Met veel nieuw geld zijn boerderijen gerestaureerd en riant luxe woningen neergezet. Opvallend is dat bij veel van die panden een bootje ligt, maar dat het meestal om bescheiden boten gaat. Dat zal te maken hebben met het vaargebied, want aan een gebrek aan middelen kan het niet liggen. Het gaat met al die fraaie stulpen door naar Giessen-Oudekerk, dat hier 'Ouwerkerk' wordt genoemd. En vervolgens ook naar Giessenburg. Al met al een kilometers lang voortdurende manifestatie van luxe.
In Pinkeveer gaan wij bakboord uit de Smoultjesvliet op. Daar is geen bebouwing meer en genieten we van de landelijke omgeving. Voor het dorp Goudriaan gaan we opnieuw bakboord uit de Dwarsgang op. Die brengt ons op de Ammerse Boezem. Met 4 molens in het laatste stuk daarvan krijgen we een voorproefje van het markante kenmerk van dit gebied. De lokale jachthaven van Groot-Ammers ligt midden in de Boezem en is niet te missen.
Waterbeheersing
De waterbeheersing in deze streek heeft een rijke historie. In het laatste kwart van de 13e eeuw richtte Floris V het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard op. Het waterschap zorgde voor een ringdijk om het gebied. En het zorgde voor sluizen waardoor je bij laagwater kon afwateren in de Merwede. Toen dat niet voldoende bleek werd een nieuw afwateringspunt gecreëerd. Daarvoor werd het punt gezocht met de laagste waterstand buiten de polder. Dat punt bleek te liggen waar Lek en Noord samenkomen, bij Kinderdijk. Om het water daar te krijgen werden in de 14e eeuw nieuwe afwateringskanalen gegraven. Dat waren de (lage) Boezem van de Overwaard voor de afwatering van de Giessen. En de (lage) Boezem van de Nederwaard voor de afwatering van de Alblas. Bij Kinderdijk lopen die nog altijd parallel, met daartussen de Middelkade. Met de nodige ingrepen volstond de situatie tot in de 18e eeuw. Om het water kwijt te blijven kunnen moesten toen hogere boezems worden aangelegd. In feite zijn die hoge boezems omkade gedeelten van de naastliggende polders. Om het water daar naar toe te krijgen werden twee molengangen aangelegd. In 1738 die voor de hoge boezem van de Nederwaard. In 1740 die voor de hoge boezem van de Overwaard. Het zijn deze molengangen die thans de grootste groep molens van Nederland vormen. Sinds 1997 zijn ze toegevoegd aan de UNESCO Werelderfgoedlijst. En van Kinderdijk hebben ze een begrip gemaakt !