Uitleg goede kano techniek

Voorwaarts peddelen lijkt misschien vanzelfsprekend, maar in de praktijk laten kanoërs nog wel eens steekjes vallen. Met een goede draai van je romp haal je veel meer efficiëntie uit je slag.

Tekst en foto’s: Willem Oosting

Voorwaarts peddelen lijkt misschien vanzelfsprekend, maar in de praktijk laten kanoërs nog wel eens steekjes vallen. Met een goede draai van je romp haal je veel meer efficiëntie uit je slag. Hieronder lees je hoe je deze beweging goed kunt aanleren.

De romp als motor

Als instructeur kun je te maken krijgen met drie categorieën leerlingen: absolute beginners, gemotiveerde vaarders die hun slag willen verbeteren en vaarders die de meest effectieve slag willen leren. In alle gevallen moet duidelijk worden dat de romp de motor is van het kajakvaren.

In de praktijk blijkt echter dat er vaak flink wat werk nodig is om leerlingen zover te krijgen. De motoriek die hierbij komt kijken, voelt niet altijd intuïtief aan. Gelukkig zijn er creatieve oplossingen om het gevoel van de romprotatie bij leerlingen “binnen” te brengen.

Techniek en motoriek

De romp kan draaien (roteren), maar dat vereist een actieve, rechtop zittende houding. De draaikracht vanuit de romp wordt via de armen overgebracht op de peddel. Wie dit consequent uitvoert, merkt al snel het verschil: je gebruikt spieren die zowel krachtig zijn als langdurig inzetbaar.

Zie je armen als aandrijfstangen: ze moeten strak gehouden worden, met zo min mogelijk beweging in schouders, ellebogen en polsen. Dit brengt echter een uitdaging met zich mee: je romp laten bewegen terwijl je armen stil en stijf blijven. Voor veel leerlingen voelt dat onnatuurlijk, omdat het brein de neiging heeft de armen mee te laten bewegen.

Het moment waarop de peddel tegen het water afzet, geeft je hersenen een prikkel om te gaan trekken. Dit is vaak zichtbaar als de elleboog achter de rug verschijnt door het mee buigen met de biceps. Hier ligt een van de grootste uitdagingen voor de instructeur: het corrigeren van deze reflex.

Oefeningen en tips

Woorden van de instructeur zijn vaak niet genoeg om een nieuwe bewegingsvorm aan te leren. Daarom zijn alternatieve methoden noodzakelijk. Hieronder staan enkele praktische suggesties:

  • Voordoen en kopiëren
    Naäpen werkt niet alleen bij kinderen, maar ook bij volwassenen. Laat de beweging duidelijk zien en laat leerlingen in tweetallen oefenen. De achteropvaarder kan de vooropvaarder kopiëren of feedback geven over de waargenomen slag.

  • Blind varen
    Laat leerlingen met gesloten ogen varen en zich concentreren op het gevoel in hun romp. Zorg uiteraard voor een begeleider die eventuele botsingen voorkomt.

  • De bezemsteel-oefening
    Steek een bezemsteel over de schouderlijn in het zwemvest. Houd de peddelsteel parallel aan de bezemsteel. Zoals te zien in foto’s 1 en 2, beweegt de peddel correct mee met de romprotatie. Ontstaat er een hoek tussen de bezem en de peddel (zie foto 3, aangeduid met een rood kruis), dan is er onvoldoende romprotatie.

Het belang van voelen

Het aanleren van deze techniek draait om het voelen van bewegingen in je lijf. Wanneer een leerling zegt: “Ik denk dat ik het voel,” weet je dat er nog werk aan de winkel is. Niet denken, maar voelen is hier het doel. Dit kan lastig zijn, maar met de juiste aanpak lukt het.

  • Gebruik beeldende taal. Stel je voor dat je een verhuisdoos (of skippiebal) in je armen houdt die je naar de overkant moet varen zonder nat te maken. Dit dwingt je om te peddelen met een draai vanuit de romp.
  • Laat leerlingen zich richten op hun schouders in plaats van hun peddel. De schouderlijn moet draaien ten opzichte van het midden van de boot. Beweeg de schouder van de “hoge” hand (ongeveer op schouderhoogte) naar de boeg van de kajak.

 

Met dank aan de kritische noten van Nico Middelkoop, Govert Plugge en Piet van Mil.

De partners van het Watersportverbond