Kijk even rond in de haven, of op een plas, en je ziet: er zijn veel verschillende soorten zeilboten. Het maakt dat je oneindig veel mogelijkheden hebt. Maar soms dus ook een beetje ‘door de boten het water niet meer ziet’. Er is als wedstrijdzeiler bijvoorbeeld een haast ongelimiteerde keuze aan wedstrijdklassen, van elegante éénmansboten tot stoere zeeschepen met een grote bemanning. Voor deze nieuwe serie spreken we met (wedstrijd)zeilers, van jong tot oud, die – na hun kennismaking met diverse boten - hun eigen koers varen.
We trappen af met Eva Timmermans, die weliswaar slechts 21 is, maar met een gerust hart een ervaringsdeskundige kan worden genoemd. De jonge Brabantse is verknocht aan de zeilsport sinds ze als kind in een Optimist stapte. Inmiddels heeft ze vele zeilklassen verkend. In sommige boten zat ze slechts voor een korte periode, in andere weer veel langer. Ook nu ze studeert - voor velen het breekpunt waarop ze besluiten minder te gaan varen, of zelfs te stoppen – is Timmermans nog hartstikke fanatiek. ,,En heel nieuwsgierig. Ik vind het een uitdaging om iets nieuws uit te proberen.”
,,Mijn ouders waren helemaal niet van het zeilen, maar al jong riep ik dat ik dat wel wilde leren. Bij ons in de buurt, in het Brabantse Oosterhout, was dat niet heel normaal. Er is daar weinig zeilwater in de buurt. Tot de moeder van een vriendinnetje zei dat ik eens in Hank moest gaan kijken. Na de eerste keer liep het al snel ‘volledig uit de hand.’ Ik was helemaal verkocht, vond het geweldig bij zeilclub Kurenpolder. Omdat het een vereniging voor wedstrijdzeilers is, ben ik al meteen in mijn eerste jaar zelf ook wedstrijdjes gaan varen. In een Optimist natuurlijk. Dat heb ik zes, misschien wel zeven jaar gedaan. Ik vond het, dat weet ik nog wel, een tijdje best spannend, als we gingen varen met veel wind bijvoorbeeld. Maar ook die hobbel heb ik uiteindelijk genomen.” Ze deed in de loop der jaren mee aan veel wedstrijden, waaronder ook de befaamde combi’s, een reeks races voor jeugdzeilers.
Je benen
Aan haar Optimist-loopbaan kwam echter als vanzelf een einde. ,,Op een gegeven moment heb je echt geen idee meer waar je je benen moet laten in dat bootje.” Dat is het moment om over te stappen. ,,Je komt daar eigenlijk altijd net te laat achter. Dan vaar je een wedstrijd en doe je precies hetzelfde als degene die voor je ligt, maar ga je toch minder hard. Als je dan aan je coach vraagt waar het aan ligt, weet je het zelf eigenlijk ook wel. Je bent gewoon te groot, te zwaar, voor dat ding geworden.”
Het is voor veel kinderen, helaas, het moment om te stoppen. Bij Kurenpolder maken ze de jeugd daarom al vroegtijdig enthousiast om over te stappen in de Splash. ,,Maar aan mij was dat niet besteed. Ik had heel veel vriendjes en vriendinnetjes die in de Splash zaten, en ik heb het ook zeker een tijdje geprobeerd, maar het was niks voor mij.” Ook het aanlokkelijke idee dat ze ieder jaar op het Gardameer zou kunnen varen in een groot Splash-veld kon haar niet overreden. ,,Het voelde voor mij als een eindstation, dat wilde ik niet.”
Tupperware-bakje
Ze koos om verder te leren in een andere, grote eenheidsklasse, de RS Feva. Deze tweepersoons jeugdboot staat bekend om zijn stabiliteit en gebruiksgemak. ,,Ik noemde het altijd een Tupperware-bakje. Je kon er alles mee doen. Ze zijn enorm stootproof.” Tijdens een trainingsweek in Frankrijk kwam Eva Timmermans er op de Middellandse Zee achter dat je in een tweemansboot echter wel op één lijn moet zitten. ,,Het meisje met wie ik voer had echt heel andere ambities. Ik wilde over hoge golven varen, hard gaan, zij wilde vooral recht blijven.” De zoektocht naar een nieuw maatje had niet snel het gewenste resultaat. ,,En ik was misschien ook wel wat ongeduldig.”
Hoe dan ook: Timmermans stapte in een Laser. Het was voor de tiener ook het moment om haar veilige verenigingsstructuur, in navolging van haar zus Linde, in te ruilen voor een groter avontuur bij Team Rotterdam. Bij het samenwerkingsverband van meerdere zeilverenigingen uit Rotterdam en omgeving kreeg én krijgt een groep jonge zeilers ‘van voldoende niveau en met ambitie die nog (net) geen aansluiting hebben met nationale talent- en/of kernploegen’ de kans om te trainen en wedstrijden te varen.
Instabiel
Aanvankelijk stapte ze in de kleinste van de Lasers, een Laser 4.7, eenvoudigweg omdat een veertienjarig meisje veel kracht moet hebben om zo’n zwaardboot recht te houden. ,,Je moet best wel trekken aan zo’n boot. Bovendien moet je er ook wel even aan wennen hoe instabiel zo’n Laser is. Maar, dat maakt het natuurlijk juist ook wel weer heel gaaf. Het meedraaien in zo’n team is ook echt enorm kicken, het is mooi om mee te draaien in zo’n team vol fanatiekelingen. Het is ook leuk om in zo’n team te zitten met telkens nieuwe aanwas. Je ziet vandaag de dag helaas dat het jeugdzeilen een beetje terugloopt. Dit is een mooie manier om het wedstrijdzeilen erin te houden, het is een leuk format. Ik zou ieder ander aanraden om in zo’n team mee te varen, omdat je daar zo veel van kan leren en groeien.”
De onzekere tijd van corona maakte dat er ook in het jonge leven van Eva Timmermans veel veranderde. Haar liefde voor de Laser bleef weliswaar bestaan, maar haar sportcarrière werd wel op de proef gesteld. ,,Nou ja, we zijn in die tijd bij Team Rotterdam wel allemaal heel hard gaan lopen, en kregen een fietskick. Iedereen om me heen kocht een racefiets, wij konden ook niet achterblijven.”
Niet eenkennig
Toen corona op zijn eind liep was het tijd om te gaan studeren voor Timmermans, die in Hank overigens nog altijd het Optimisten-kamp organiseert en er talentjes traint. Zelf stapte ze nieuwe avonturen tegemoet. Team Rotterdam werd verruild voor de Rotterdamse Studenten Zeil Vereniging ‘de Zeil’ en Timmermans had ondertussen ook geproefd aan het varen op grotere boten. ,,Daarnaast ben ik al jong ook trainingen gaan geven, gaan coachen. Ik heb ook verschillende functies gehad. Zo hielp ik al vanaf mijn twaalfde bij een zeilmaker in Made. Zij hadden een team en voeren wedstrijden met een Dehler 30 One Design. Ik kon in de winter weleens mee, werd ook gevraagd als bemanningslid op andere boten. Dat is het voordeel als je niet eenkennig bent, maar meer interesses hebt’’, lacht ze. ,,Ik kreeg daardoor veel kansen om verschillende dingen te doen, om diverse boottypes uit te proberen.”
Na al die jaren als wedstrijdzeiler heeft ze veel kennis en ervaring met eenmansboten. Maar ondertussen weet ze als vooraanstaand lid van de Rotterdamse Studenten Zeil Vereniging ‘de Zeil’ – ze is onder meer bestuurslid (commissaris wedstrijden) – ook alles van de J22. Ze was mainsail trimmer van de boot, die vier bemanningsleden telt. ,,Varen op zo’n boot is elke keer weer een masterclass in communiceren.”
Touwtjes uit handen geven
Ze probeert op zulke momenten ‘de touwtjes’ uit handen te geven. ,,Ik kreeg van mijn coach vaak te horen dat het juist goed is om even niet aan het roer te zitten, om de kat eens een keer uit de boom te kijken en te leren van anderen. Dat is soms nog best lastig’’, erkent Timmermans.
De Zeil heeft twee wedstrijdboten, een SB20, een kielboot van 6.15 meter, en de net iets grotere J22. ,,Ik zeg altijd dat de SB20 een kleine boot is die ze groot hebben gemaakt en de J22 juist het omgekeerde heeft. Dat is een grote boot die ze klein hebben gemaakt. Ik vind de J22 de perfecte opstap naar groter.”
Nieuwe uitdagingen
Timmermans, vierdejaars student commerciële economie, ziet voor zichzelf geen leven zonder zeilen voor zich. ,,Ik heb de wedstrijdsport tot op heden altijd met alles kunnen combineren, heb al jong geleerd mijn weekenden voor het zeilen vrij te houden. Tuurlijk, er komt voor iedere wedstrijdzeiler wel een keer een moment waarop hij of zij denkt ‘en nu is het klaar.’ Dat kan ook met de kosten te maken hebben. Corona had voor mij een breekpunt kunnen zijn. En toen de Dehler 30 werd verkocht, had ik ook even zo’n moment van: wat nu? Maar omdat ik zoveel dingen binnen de sport doe - ik help onder meer ook bij de organisatie van de North Sea Regatta en coach kinderen - zie ik ook wel telkens weer nieuwe uitdagingen.”
Er zijn, weet ze, niet alleen meer wegen, maar ook meer wateren die naar Rome leiden. Een RS Aero, een ultralicht bootje, een surfplank of juist een catamaran? Timmermans voer er inmiddels mee. ,,Het is mooi om er van te proeven, om het uit te proberen. En ervan te leren. Want ik kon weliswaar dankzij mijn oude baan als zeilmaker heel goed een spinnaker trimmen, maar ermee varen had ik dan weer weinig gedaan. Juist dat zou ik anderen ook willen meegeven: probeer zoveel mogelijk uit. Mede-studenten probeer ik ook altijd te stimuleren na hun studie te blijven varen.”
Perfecte springplank
Ze ziet ook daarvoor al een voorname rol voor studentenzeilverenigingen zoals de hare. ,,Mensen zien zeilen vaak als een sport met een hele hoge drempel, en zeker het wedstrijdzeilen, maar ik denk dat het echt voor iedereen te doen is. Tuurlijk, er zijn veel dingen waar je aan moet wennen. Je moet weten hoe het bij zo’n zeilvereniging en klasseorganisatie werkt. Er zijn regels, de boot moet je leren trimmen, je moet je kleden en hebt onder meer ook nog vervoer nodig. Er is veel te regelen. Een studentenvereniging is daar eigenlijk de perfecte springplank voor. We hebben boten, en de kennis. We hebben alle ingrediënten voor het varen, die brengen we de leden bij.”
Ze sluit af: ,,Ik voel de behoefte om een volgende generatie, dat klinkt misschien raar uit de mond van iemand van 21, wegwijs te maken, om ze te vertellen waar ze terecht kunnen. Ik heb al eens op Scheveningen een jongen van onze vereniging zomaar aan boord gezet op zo’n grote boot, omdat ze daar een mannetje tekort kwamen. Hij ging die eerste keer alleen mee als ballast, hoefde niets te doen of te kunnen. Maar inmiddels vaart hij al vier jaar met dat team mee. Mooi toch.”