Kansen en uitdagingen door de ogen van ons nieuwe bestuurslid Huib Bannier
Tijdens de ALV in maart werd Huib Bannier aangesteld als bestuurslid communicatie, marketing en sponsoring. Met zijn aanstelling kan hij direct zijn tanden zetten in dé uitdaging van dit moment: de verbinding zoeken met de Nederlandse watersporter en daarmee verder kijken dan alleen de verenigingen. Immers, als je het aantal leden van de verenigingen tegenover het aantal mensen zet dat jaarlijks geniet op het water, zie je hier de kansen én de uitdagingen. In gesprek hierover met het nieuwe bestuurslid.
Hoe heb jij jouw eerste maanden als onderdeel van het bestuur ervaren?
Het voelt eigenlijk heel vertrouwd. Ik ben mijn hele leven actief betrokken bij de watersport in Nederland. Ik heb in verschillende besturen en klassenorganisaties gezeten (red. van oa de Europe, J22 en de Draak) en veel internationale wedstrijden georganiseerd.
Het is echt prachtig om te zien dat er op zoveel vlakken met veel energie en passie bergen werk wordt verzet. Met het verbondskantoor als solide basis en door het hele de energie van vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten.
In alle jaren dat ik betrokken ben bij de watersport, hoor ik ook negatief gemompel richting het verbond. Maar er zit heel veel power in de watersport. In ons netwerk zitten veel experts en belangenbehartigers. Zij zitten voor werk vaak op bijzondere plekken en nemen hun kennis en ervaring mee naar het verbond.
Kun je dat gemompel verklaren?
Als er afstand is en je het idee hebt dat er niemand meeluistert, is het makkelijk om je tegen het grote geheel af te zetten en dat is de watersporters op zich niet vreemd. Er is bijvoorbeeld altijd een hoop kabaal over wedstrijdlicenties of meetbrieven, maar mensen realiseren zich vaak niet waar ze voor betalen. Elke burger in Nederland betaalt gemeentebelasting. Daarvan wordt het grasveld netjes gehouden waar je in de zomer graag zit te picknicken en het park opgeruimd nadat je daar een drankje drinkt tijdens een festival. Dat is ook allemaal niet gratis.
Ik heb zelf nog nooit één probleem gehad met mijn meetbrieven. Je moet even slim zijn, op tijd beginnen en een beetje geduld hebben, dan krijg je heel veel voor elkaar. Het werkt hetzelfde als bij je internet thuis, je abonnementen, verzekeringen etc.
Tegen die generieke verontwaardiging en dat gemompel op de steiger of waar dan ook, verzet ik me juist altijd. Dat is één van de redenen waarom wij dit gesprek nu hebben. Je kunt maar beter zorgen dat je onderdeel uitmaakt van dat wat je zo graag doet en waar je blij van wordt. En kijken of je een bijdrage kunt leveren en er meer verbinding en wederzijds begrip ontstaat.
Wat zijn in jouw ogen de belangrijkste uitdagingen van dit moment?
Die afstand verkleinen, de verbinding met de watersporters vergroten en zorgen dat zij zich ook verbonden voelen. Dat is een van de grote uitdagingen, en die opgave is best groot. Waardoor de afstand precies komt, of hierin een rol voor het Watersportverbond ligt, of dat het meer over verwachtingen managen gaat, is ook interessant.
We moeten gewoon met z’n allen een beetje bijdragen. Dat hoeft niet persé via een vereniging. Maar naar de sociale cohesie moeten we wel op zoek. Voor ons is ook de grote vraag wat invulling geven aan Nederland als watersportland betekent. Waarbij iedereen veilig het water op kan en we hierin ook inclusief kunnen zijn.
Welke kansen liggen er volgens jou?
Nederland is misschien wel het mooiste land om te watersporten. Dat gun je iedereen. Steeds meer Nederlanders zien dat ook. Een van de ontwikkelingen die we zien is dat de ongeorganiseerde sport een vlucht neemt. Mensen kopen een plank, sloepje, een kano of sup en gaan het water op waar en wanneer zij willen. Veel van hen sluiten zich niet aan bij een specifieke vereniging omdat ze niet de behoefte hebben aan een hokje. Het gaat hun vooral om de vrijheid die je ervaart wanneer je op het water bent.
Ik heb zelf een motorboot én ik ben een fanatieke wedstrijdzeiler in binnen- en buitenland. Toch pas ik qua gevoel ook niet in een hokje, ik voel me echt een watersporter. Het Watersportverbond werd altijd gezien als de vereniging van de verenigingen, van welke watersport dan ook. Maar wanneer je ervan uitgaat dat je er voor elke watersporter wilt zijn, en belangen behartigt voor een groep die veel groter is dan alleen de verenigingen en hun leden, dan is die visie veel te klein. We hebben 60.000 leden, maar dat is slechts een fractie van alle watersporters in Nederland. In het verbinden van al die watersporters, zodat zij de verbondenheid ook voelen, liggen ook een hoop kansen voor het bestuur.
Wat zie jij als jouw belangrijkste invulling als bestuurslid?
Mijn rol in het bestuur van het verbond zie ik als een mooie samensmelting van mijn jarenlange ervaring in het marketing en communicatievak en mijn bestuurlijke inspanningen rond het wedstrijdzeilen. Er is een hoop te winnen, maar we moeten wel binnen beginnen en daarna buiten winnen.
Voor nu ben ik me aan het verdiepen in alle structuren, rollen, belangen en verwachtingen en dat in het grote geheel aan het plaatsen. Kijken waar we scherper kunnen zijn, waar we kunnen optimaliseren en waar we hierin als bestuur nauw samenwerken met de uitvoerende organisatie. Van daaruit kunnen we ons bezig houden met de vraag hoe we meer kunnen verbinden. Je zou kunnen zeggen dat we op weg zijn naar een Watersportverbond 3.0; veilig, inclusief en voor elke watersporter. Dat breder kijken geldt voor iedereen die linksom of rechtsom bij de watersport betrokken is. Dit geven we ook aan de verenigingen mee.