Column: Het fatbike-fenomeen

26 juni 2024

Het fatbike-fenomeen

Mijn zoon wil een fatbike. Het liefst de ‘Knaap’, de ‘Diablo’ of de ‘Phatfour’. Wij zijn minder enthousiast. Wat heb je als 15-jarige middelbare scholier te zoeken op een apparaat waarmee je met minimale krachtinspanning op geelkenteken brommersnelheid door het verkeer sjeest? Maar dan zonder helm, zonder rijbewijs of echte rijervaring.

Waarom wordt de waterscooter niet aan banden gelegd?

Kun je je anno 2024 überhaupt op zo’n uit de kluiten gewassen fatbike vertonen? Fietspaden raken in Nederland steeds voller en het verschil in snelheden  tussen de verschillende rijwielen (van bak- tot ligfiets) is enorm. En dan kom jij nog eens aanzetten met je opgeblazen post-apocalyptische Mad Max fatbike op plofbanden. 

Waarom?

U merkt, er gaat geen groot voorstander van de fatbike aan mij verloren. Daarbij ben ik al helemaal niet vatbaar voor het argument dat bijna de hele klas op zo’n ding rijdt. Vooralsnog is daarmee de discussie bij ons thuis gesmoord. Op landelijk niveau ligt dat anders. Zo wil VeiligheidNL al maanden 16 jaar als leeftijdsgrens voor de fatbike. Ook dienden tientallen gemeenten twee weken geleden een petitie in bij de Tweede Kamer om meer te doen tegen opgevoerde fatbikes.

Vervolgens gebeurt er niets.

Daarmee hebben we meteen de parallel te pakken met de watersport. Ook bij ons zijn er fatbike-achtige fenomenen. En ook bij ons zie je dezelfde besluiteloze halfzachte wijze waarop ernaar wordt gekeken. Slechts een enkeling lijkt stevig in te willen grijpen. Bang om kopers, huurders of leden tegen de haren in te strijken. Die houding belet het maken van duidelijke regels, bemoeilijkt handhaving, inspireert niet tot opleiding/voorbereiding en tast daarmee de veiligheid op het water aan. Ik geef u een paar voorbeelden van situaties/ontwikkelingen waar ik met mijn hoofd niet bij kan:

1.
In Breda, waar ik woon, zie ik ieder weekend wel een boot varen met een vrijgezellenfeest die toeren uithaalt waar je op de gewone weg de politie voor zou bellen. Dit soort situaties doen zich tijdens het vaarseizoen door heel Nederland voor. Amsterdam spant de kroon, dat is het mekka voor boten met gezelschappen die zich de Toppers wanen en niet zelden onder invloed van drank en drugs in gevaarlijke capriolen vervallen. Waarom wordt dit (oogluikend) toegestaan?

2.
En dan de waterscooter. Het meest onbegrijpelijke fenomeen op het water. Helemaal met zwemmende mensen in de buurt. Alsof je met je Monstertruck een drukke binnenstad instuift. Waarom leggen we dit niet aan banden? Komend weekend verdiep ik mij in een recent rapport over de ongevallencijfers op het water in Nederland. Een eerste snelle scan leerde mij dat er zich nauwelijks ongelukken voordoen tussen recreatie- en beroepsvaart. Iets waar men altijd voor vreest. Wel is er een duidelijke stijging te zien in het aantal eenzijdige recreatieve ongelukken: in 2023 van 80 naar 96 zeer ernstige ongevallen. Afgelopen weekend viel een slachtoffer te betreuren in Kudelstaart. Hij was nog maar 20 jaar. Een woordvoerder van de Vereniging voor Havenmeesters hoorde ik erover op het journaal zeggen: het wordt tijd om het vaarbewijs in te voeren voor iedereen die het water op gaat.

Interessant, er moet in ieder geval iets gebeuren.

 

Reageren?

Arno van Gerven is directeur van het Watersportverbond. Hij schrijft twee keer per maand een column over de onderwerpen die in de watersport leven. Van Gerven probeert daarmee een breed lezerspubliek – van leden tot politiek – met een knipoog te laten kijken naar kansen en ontwikkelingen in recreatie en sport. Daarbij maakt hij gebruik van alle stijlmiddelen die een schrijver van een opiniestukje ten dienste staan. Wilt u reageren, e-mail naar arno.van.gerven@watersportverbond.nl

Deel dit artikel:

Column

De partners van het Watersportverbond