Team Allianz toont potentieel op Trofeo Princesa Sofía en zet koers naar Los Angeles 2028

Nederland kwam uit in negen van de tien olympische klassen. In vier disciplines plaatsten Team Allianz-sporters zich voor de medalraces – een bewijs dat de ploeg breed is samengesteld, met ervaren krachten én talentvolle nieuwkomers. De resultaten onderstrepen dat er nog voldoende ruimte is voor ontwikkeling op weg naar Los Angeles 2028.

In de iQFOiL-klasse voor mannen plaatste Luuc van Opzeeland zich als vijfde voor de medalserie. Hidde van der Meer ging als vierde de finalereeks in. Van Opzeeland – goed voor brons op de Spelen van Parijs 2024 – begon met een valse start in zijn kwartfinale, wat resulteerde in een straf van vijf seconden voor de herstart. In die race raakte de Hoofddorper een plastic zak en viel van zijn foil. Game over. Van Opzeeland wordt achtste.

Hidde van der Meer kon in zijn halve finale geen vuist maken. Na een zeer succesvolle week wist hij zich niet te kwalificeren voor de strijd om de medailles en blijft steken op de vijfde plaats. Daarmee is van der Meer wel de beste Nederlander.

Sara Wennekes plaatste zich voor de medalseries, maar verloor de kwartfinale. De windsurfer uit Almere eindigt daardoor op de achtste plaats.

In de ILCA 7-klasse verzekerde Duko Bos zich van een A-status. De Rotterdammer ging als zevende de medalrace in. Met een tweede plaats in deze laatste sprintrace verzekerde Bos zich van een zesde plaats in het eindklassement én van een nieuwe NOC*NSF A-limiet. Willem Wiersema begon het toernooi sterk, maar kon zijn vorm in de gold fleet niet vasthouden (24e).

Willemijn Offerman en Scipio Houtman, de Europees kampioenen van 2024, toonden in de Nacra17-klasse aan op de goede weg te zijn door zich te plaatsen voor de medalrace. Met een tweede plaats in die finale eindigden ze als zesde.

Het andere team – Bjarne Bouwer en Emma Siewers – was tevreden met hun prestaties, ondanks het niet uitvaren van enkele races om fysieke overbelasting te voorkomen. Ze noteren een 19e plaats.

De Nederlanders in de 49er-skiffklasse kenden wisselende resultaten. Het beste team was dat van Jorn Swart en Robbert Huisman; dit duo eindigde in de goudenvloot op een 22e plaats. Wiebrand de Vos en Stijn Gast zaten daar vijf posities achter. Andere Nederlandse teams sloten het toernooi af in de bronzen vloot, met Pim van Vugt en Paul Hameeteman als 65e van de in totaal 91 deelnemers.

Anne de Kort en Marissa IJben moesten enkele races missen vanwege een blessure in het team. Mede daardoor sloten ze deze serie af op een 45e plaats. Vera ter Horst en Arianne van de Loosdrecht liepen tegen het einde van de serie materiaalschade op. De strijd was toen al gestreden, maar dat vertekent het resultaat (42e) enigszins.

Bij de vrouwen in de ILCA 6-klasse kenden Maxime Jonker en Roos Wind gemiddelde resultaten. Ze eindigden respectievelijk op de 23e en 58e plaats. Annemijn Algra noteert een 82e plaats.

Bij de Formula Kite-vrouwen keerde Annelous Lammerts – na een lange post-olympische winterstop – terug. De Zeeuwse kitesurfster eindigde op een tiende plaats. De bronzenmedaillewinnares van Parijs 2024 gaf aan dat de fysieke belasting hoog was in deze foilingklasse met extreme snelheden.

Bij de mannen had Sam Aben een uitdagende week met enkele ongelukkige incidenten, waaronder een aanvaring en materiaalpech, waardoor zijn eindresultaat (15e) niet zijn volledige potentieel weerspiegelde.

Aaron McIntosh, hoofdcoach van Team Allianz, reflecteerde op de prestaties: "Hoewel onze focus niet lag op directe topprestaties, zijn we tevreden met de behaalde resultaten en zien we deze regatta als een waardevolle stap richting onze voorbereiding op de Olympische Spelen van Los Angeles 2028. We scoorden 5e, 6e, 7e en 8e plaatsen in de medalraces. Je doet mee om te winnen, maar één kleine fout kan je kansen tenietdoen. Er is nog wat werk aan de winkel, het is vroeg in het seizoen. Het is vooruitgang en daar bouwen we op voort.”